Concept voor de toekomst van de huisartsenzorg

Als de zorg tussen eerste en tweede lijn anders wordt georganiseerd, kan het aandeel ziekenhuiszorg krimpen. Dit lukt als de huisartsen bereid zijn volgens een ander concept te werken. PlusPraktijken wijzen de weg om dit te laten slagen.

Esther van Engelshoven, voorzitter raad van bestuur van zorgorganisatie Huisartsen Oostelijk Zuid-Limburg (HOZL) raakte zo’n tien jaar geleden betrokken bij de proeftuin voor wat toen nog populatiemanagement heette. “Een goed idee, vond ik direct”, zegt ze. “Zelf hadden we als huisartsen een jaar of vijf daarvoor al de eerste stappen op dat gebied gezet door als een van de eersten ketenzorgprogramma’s op te zetten. Daarnaast deden we via HOZL ook al losse projecten, bijvoorbeeld voor beter medicatiegebruik of het andere gesprek met de patiënt. Maar door versnippering leidden niet alle projecten tot inbedding in de dagelijkse praktijk. Het bleef te vaak bij pilots en experimenten.”

De urgentie om volgende stappen te zetten in het proces dat de naam regioregie kreeg was dus duidelijk. “De hoge schadelast in de regio vroeg om een rigoureus andere aanpak”, zegt Van Engelshoven. “Het was zaak samen met alle ketenpartners én het voorliggend veld naar oplossingen te zoeken.”

Brede aanpak nodig

Niet eenvoudig, zegt Van Engelshoven er meteen bij. “Het was een hele opgave om met alle ketenpartners gezamenlijke plannen te maken. En met het voorliggend veld – de inwoners en het sociaal domein – was het nog lastiger. De inwoners waren decennialang gewend dat alles voor ze geregeld werd. Dat leidde tot hoog zorggebruik en daarin tot structurele verandering komen, vergt een brede aanpak waarin zowel de inwoners zelf als de scholen en het sociaal domein een rol spelen.”

Een van de thema’s aan de regiotafels – waar Van Engelshoven de huisartsen vertegenwoordigt – is het gecontroleerd laten krimpen van het zorgaandeel van ziekenhuis Zuyderland door de zorg tussen eerste en tweede lijn slimmer te organiseren. Ze vertelt: “Twee jaar geleden kwamen we tot de conclusie: als je te veel dingen tegelijk wilt veranderen, zit je ineens met dertig mensen aan tafel. Dus hebben we een kerncoalitie gevormd van het ziekenhuis, de huisartsen, thuiszorg, VVT, Burgerkracht en CZ. De scope was helder: het tien jaar contact van CZ met Zuyderland benutten om de krimpdoelstelling ervan voor het ziekenhuis te realiseren door substitutie van zorg naar de eerste lijn te bewerkstelligen. Een ambitie waar het ziekenhuis gelet op de missie ‘Zo thuis mogelijk’ ook echt achter staat.”

PlusPraktijken

De coronacrisis heeft een boost gegeven aan de ontwikkeling. Van Engelshoven vertelt: “We hebben in de eerste golf met dezelfde partijen in de kerncoalitie een zorghotel met een huisartsenpost geregeld. Dan leer je elkaar goed kennen. Ook zorg op afstand heeft in deze tijd een enorme versnelling gekregen. De patiënt is er ook meer aan gewend geraakt.”

Cruciaal in het verhaal is de opzet van de PlusPraktijken. “Vanuit HOZL zag ik dat we te veel gefragmenteerd bezig waren”, zegt Van Engelshoven. “We hadden een concept nodig voor de toekomst van de huisartsenzorg en dat moesten we over de volle breedte ontwikkelen.” Dus is een pilot opgezet met vijftien huisartsenpraktijken, met als doelen de zelfredzaamheid van patiënten te vergroten met het gedachtegoed van positieve gezondheid als uitgangspunt, een wijkaanpak voor wijksamenwerking met gemeente en ggz, en inzet op anderhalvelijnszorg om makkelijker advies aan een medisch specialist te kunnen vragen zonder de patiënt te hoeven verwijzen. “Meer effectief verwijzen dus”, zegt Van Engelshoven. “Daarbij hebben wij dashboards gemaakt waarmee de PlusPraktijken hun verwijzingen konden vergelijken om van elkaar te leren. In de vijf jaar sinds die tijd zijn we echt duidelijk minder gaan verwijzen. Dat past dus precies bij de doelstelling het ziekenhuisaandeel in de zorg te laren krimpen. De puzzelstukjes passen mooi in elkaar.”

Krimpen en investeren

Nu is het moment daar voor de volgende stap: kijken hoe het ziekenhuis in personeel en vierkante meters kan krimpen. “Dus niet alleen volume afbouwen maar ook de kosten”, zegt Van Engelshoven, “en tegelijkertijd investeren in de eerste lijn. Die investering wordt terugverdiend door minder te verwijzen naar het ziekenhuis. Wat we hiertoe eerst in die pilot in vijftien huisartspraktijken deden, doen we nu in alle huisartspraktijken van HOZL.”

Een spannend proces, zegt ze. “We gaan heel fundamenteel in de praktijken meekijken. We hebben vanuit HOZL praktijkmanagers in de praktijken gezet om het proces te begeleiden en doen audits om zo nodig te kunnen bijsturen. Natuurlijk leidt dit bij huisartsen wel eens tot discussie over hun autonomie, dus dit vraagt om veel uitleg, dialoog en transparantie. Hierbij merken we bovendien dat een huisartspraktijk een zekere basis moet hebben om deze ontwikkeling aan te kunnen. Voor solopraktijken is dit lastig. En het gegeven dat jonge huisartsen niet meer per se praktijkhouder willen worden speelt ook mee.”