Het vraagt van inwoners bereidheid om tot een gezonde leefstijl te komen en een fysieke en maatschappelijke omgeving die dat mogelijk maakt. Van de zorgaanbieders vraagt het de bereidheid om voorbij hun eigen bedrijfsbelang te kijken en écht het belang van de patiënt of cliënt voorop te stellen.
Ook van gemeenten vraagt het dat zij een transformatie doormaken, en als key-speler over de grens van de eigen gemeente stappen en in hun beleid en organisatie samenwerking zoeken met andere betrokken organisaties in de regio.
En van de zorgverzekeraars vergt het de bereidheid om het klassieke model van zorginkoop, gericht op de bestaande segmenten in de zorg, deels los te laten. In aanvulling op sectorale inkoop, biedt regioregie de mogelijkheid om de juiste balans te vinden tussen kostenbeheersing en de effecten van gezondheid, kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid op regionaal niveau.
Aan de start van het huidige zorgstelsel was de traditionele rol ook de meest logische keuze. Immers, dit stelsel gaf de zorgverzekeraars de verplichting om te zorgen voor zijn verzekerden door zorg in te kopen. Daarmee zijn het met recht zorgverzekeraars en dus geen gezondheidsverzekeraars. Maar alleen sturen op zorg en dan vooral de kosten van de zorg faciliteert de toegankelijkheid van de zorg niet in voldoende mate. En de nadruk op gezondheid wint snel – en sterk – aan belang nu de context aan het veranderen is.
De zorgparagraaf van het coalitieakkoord van het kabinet Rutte IV schetst die context heel kernachtig. Die stelt immers dat we breder moeten kijken naar gezondheid en dat onderwijs, sport, huisvesting, bestaanszekerheid en leefomgeving allemaal bijdragen.
Met andere woorden: de gezondheid van mensen verbeteren, vraagt om investeringen in andere zaken dan zorg en zorgkosten alleen. En dus om een andere invulling van de rol van de zorgverzekeraars. Want regioregie is iets anders dan reguliere zorginkoop. Het begint bij de inhoud: de integrale, op het individu en de populatie afgestemde zorg én ondersteuning in de regio. Op basis daarvan wordt bepaald wat nodig is om passende zorg en ondersteuning te kunnen leveren. Dat dit om een andere dan de traditionele invulling van de rol vraagt van de zorginkopers is duidelijk.